
24/7 zorg & bereikbaarheid
Meer dan 40 jaar expertise
Passie voor dieren
Persoonlijke aandacht & zorg
Preventieve zorg

Vaccinatie
Met een vaccinatie kunt u het afweermechanisme van het paard versterken tegen een virus of bacterie. Bij een vaccinatie wordt er een kleine hoeveelheid van de dode of verzwakte ziekteverwekker ingespoten. Dit zorgt voor een verminderde vatbaarheid tegen bepaalde ziektes, en zorgt tevens ook voor het voorkomen van of minder ernstige ziekteverschijnselen. Door vaccinatie vindt er ook veel minder verspreiding van de ziekteverwekker plaats.
Influenza
Influenza is een virus dat zich ontwikkelt in de voorste luchtwegen en longen. Hierdoor ontstaat er een ontsteking. Er kunnen ook bacteriën bij betrokken raken, dit zorgt voor ernstige symptomen. Voor veulens en paarden met een verminderde weerstand kan influenza fataal zijn. Het virus wordt overgedragen door direct contact met andere paarden.
De basisvaccinatie bestaat uit 3 vaccinaties (sinds april 2024). Waarbij de tweede vaccinatie een maand na de eerste vaccinatie (met een maximum van 60 dagen) gegeven moet worden. De derde vaccinatie wordt 5 maanden na de eerste vaccinatie gegeven (met een maximum van 7 maanden). Daarna is de bescherming maximaal 12 maanden, de enting moet dus jaarlijks worden herhaald.
De bescherming tegen influenza neemt af na 9 à 10 maanden. Bij een drachtige merrie is het advies om haar in de laatste 4 maanden van de dracht te enten. Hierdoor komen er antistoffen in de moedermelk die worden meegegeven aan het veulen.
Let op: Als u wedstrijden rijdt: in de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht.
In de periode tussen de tweede en derde vaccinatie mag het paard wel op wedstrijd worden uitgebracht, maar een vaccinatie dient minimaal zeven dagen voor de (eerste) wedstrijd(dag) te zijn toegediend.
Figuur 1: Tijdlijn influenza/tetanus vaccinatie paard
Tetanus
Tetanus is een bacterie die zich kan ontwikkelen in een wond. Als de wond geïnfecteerd is met tetanus worden er toxines (gifstoffen) aangemaakt. Deze toxines zorgen ervoor dat verschillende spieren van het paard volledig zullen gaan verkrampen. Tetanus is een afschuwelijke ziekte waartegen u uw paard door middel van een vaccinatie goed kunt beschermen.
De basis enting tegen tetanus bestaat uit 2 vaccinaties. De enting dient minimaal elke 2 jaar te worden herhaald. Tetanus wordt vaak in combinatie gegeven met de influenza.
Let op: Een hengst mag alleen gecastreerd worden als hij goed is ingeënt tegen Tetanus.

Tetacheck
Met behulp van de TetaCheck hebben dierenartsen de mogelijkheid om de aanwezige antistoffen binnen enkele minuten direct ter plaatse te controleren. Het ene paard zal het na bijvoorbeeld 2 jaar nodig hebben en de ander weer na 4 jaar. Door deze mogelijkheid om het juiste tijdstip voor een vaccinatie te bepalen en een onnodige vaccinatie te voorkomen, kunnen ook vaccinreacties worden verminderd. Deze test kan ook ingezet worden als er getwijfeld wordt aan de vaccinatiegeschiedenis bij ernstig letsel en/of tandheelkundige behandelingen.

Rhinopneumonie
Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door een herpesvirus. Het virus veroorzaakt een infectie in de voorste luchtwegen. Vooral in het najaar en de winter vindt er een verhoogd aantal besmettingen plaats. De oorzaak hiervan is dat paarden dan vaker binnen worden gehuisvest en dichter bij elkaar staan. Hierdoor vindt besmetting sneller plaats.
Ter preventie kan er worden gevaccineerd. Zo zijn paarden beter beschermd tegen de ziekte, maar zullen ze ook minder virus uitscheiden en de verspreiding verminderen. Vaccinatie geeft echter geen 100% bescherming. De basisvaccinatie bestaat uit 2 vaccinaties met 4-6 weken tussentijd (vanaf een leeftijd van 5 maanden). Daarna moet de vaccinatie elke 6 maanden worden herhaald. Het vaccineren van een hele stal zorgt voor een groepsimmuniteit (groepsbescherming).
Bij drachtige merries kan er ook gevaccineerd worden om het abortusrisico door EHV te verkleinen. De merrie moet in totaal 3 keer gevaccineerd worden, op maand 5,7 en 9 van de dracht.
Droes
Droes is een zeer besmettelijke bacterie die vooral voorkomt bij jonge en oude paarden. Het kan zowel via direct contact (tussen paarden), als indirect contact (via personen, materialen etc.) worden overgedragen.
De vaccinatie tegen droes kan vanaf een leeftijd van 4 maanden worden gegeven. Let op: alleen gezonde paarden kunnen gevaccineerd worden tegen droes. De vaccinatie bestaat uit een basis vaccinatie en een herhalingsvaccinatie, en wordt in de bovenlip van het paard toegediend. De droes vaccinatie kan in een aantal situaties zinvol zijn.
Westnijlvirus
Westnijlvirus is zoals de naam al aangeeft een virusziekte. Het is een virus dat oorspronkelijk uit Afrika komt. Er zijn enkele gevallen in de grensregio van Nederland gesignaleerd. Bij een infectie met het Westnijlvirus worden de zenuwcellen in de hersenen en het ruggenmerg beschadigd. Symptomen variëren van verkoudheidsklachten tot neurologische klachten die kunnen lijken op die van paarden die besmet zijn met het Rhinopneumonie.
Het Westnijlvirus is niet besmettelijk via direct contact tussen paarden, maar wordt verspreid door vogels en muggen.
Na de twee basisentingen met doorgaans 4-5 weken tussentijd, zal je paard een jaarlijkse vaccinatie nodig hebben. De enting zorgt dat het paard niet ziek wordt. De enting beschermt het individuele paard goed, dit betekent dat niet alle paarden op de stal geënt hoeven te worden om een goede bescherming te krijgen.

Mestonderzoek & ontwormen

De afgelopen 20 jaar was het bestrijden van wormen bij paarden meestal vrij simpel: op vaste tijden werd eenvoudig een ontwormingspuit toegediend.
Vandaag de dag moeten en willen we het anders doen, omdat we onze paarden, pony’s, ezels en de omgeving niet onnodig met medicijnen willen belasten en om resistentie (het ongevoelig worden van de worm voor een middel) tegen de ontwormingsmiddelen te voorkomen.
Ons advies:
- Ontworm uw paard op geleide van mestonderzoeken: het advies is om 4x per jaar de mest te onderzoeken. Dit houdt in: in maart, juni, september en december. Het laatste onderzoek in december is om te kijken of er een hoge besmetting is voordat de najaarsontworming wordt gegeven. De najaarsontworming wordt gegeven nadat er vorst is geweest.
- Omdat lintwormen meestal niet in een gewoon mestmonster aangetoond kunnen worden kunt u bij verdenking hierop een speeksel- of bloedmonster van uw paard laten onderzoeken op antistoffen tegen lintwormen.
Mestonderzoek
Bij een mestonderzoek wordt geteld of en hoeveel wormeieren zich in de mest van het paard bevinden. Een kleine hoeveelheid mest wordt afgewogen en opgelost in een afgemeten hoeveelheid vloeistof. Een gedeelte van deze oplossing wordt in een telkamer gebracht en de aanwezige wormeitjes worden onder de microscoop geteld. De uitslag wordt uitgedrukt als het aantal wormeieren per gram mest: EPG (eggs per gram).
De uitslag geeft een goede indicatie hoe hoog de worm ei uitscheiding bij het paard is. Afhankelijk van het type eieren en de hoeveelheid wordt er een individueel passend ontwormingsadvies gemaakt.
Zand in de mest
Paarden worden steeds vaker op een zo natuurlijk mogelijke manier gehouden. Hierbij staan paarden meer buiten op de wei of in een zandpaddock in vergelijking met een aantal jaar geleden. Het komt hierdoor dan ook vaker voor dat paarden zand binnenkrijgen. Een teveel aan zand in de darmen kan dunne mest, mestwater of koliek veroorzaken.
Om te weten of het paard zand in de darmen heeft kan er een röntgenfoto gemaakt worden. Zelf kunt u ook thuis testen of het paard zand in de darmen heeft. Dit kan je doen door mest op te hangen in een (doorzichtige) handschoen of zak.
Meng een mestbal met water en zorg dat de mestbal goed is gemengd met het water en laat het even hangen. Het zand is zwaarder dan de mestvezels en zakt naar de bodem toe. Ligt er onderin zand? Dan is het verstandig om het paard hiertegen te behandelen.
Let op: zand wordt niet altijd uitgescheiden, het is daarom verstandig om dit een aantal dagen achtereen te herhalen.
Tandheelkunde
De tanden van paarden groeien gedurende het hele leven door. Doormiddel van het eten van grassen slijten de tanden af. Helaas gaat deze groei en slijtage niet altijd gelijkmatig waardoor er problemen zoals scherpe randen, haken en/of hoogteverschillen kunnen ontstaan.
Om de problemen voor te blijven wordt aangeraden om minimaal 1x per jaar het gebit te laten controleren, ook wanneer het paard (nog) geen problemen vertoond. Een gebit zal veel langer goed blijven wanneer het gedurende het hele leven wordt bijgehouden.
Paarden met problemen in de mond kunnen moeite hebben met het aannemen van het bit, verzet vertonen of een onrustige aanleuning hebben met het rijden. Deze rij technische problemen kunnen met regelmatige gebitscontrole geconstateerd, voorkomen en behandeld worden.
Sedatie bij gebitsbehandeling is altijd nodig, om ook goed achter in de mond nauwkeurig en volledig te kunnen behandelen. Daarnaast zorgt de sedatie voor ontspanning bij het paard, zijn kauwspieren en het kaakgewricht. Hierdoor is de behandeling met verdoving comfortabeler voor het paard zowel tijdens als na de behandeling.

Paardenplan

Als paardeneigenaar heeft u jaarlijks de standaard terugkerende kosten met o.a. ontworming, vaccinatie en gebitscontrole. Het paardenplan is ontwikkeld om deze kosten voor u als eigenaar te verspreiden over een heel jaar. Door middel van een maandabonnement worden deze terugkerende kosten verdeeld.
Wat zit er in het Paardenplan:
- Jaarlijkse vaccinatie, met gezondheidscheck incl. visite
- Gebitsbehandeling incl. visite, excl. sedatie
- 4x per jaar mestonderzoek
- Eenmalige najaarsontworming
m.u.v. spoed en weekend
Voor meer informatie over het Paardenplan kunt u contact opnemen met de praktijk.