Gedragsproblemen komen heel vaak voor, met name bij honden. Vrijwel dagelijks zien we in onze praktijk honden die gedragsproblemen hebben of probleemgedrag vertonen. Dit is zowel vervelend voor de hond en zijn eigenaar als voor hun omgeving! 

U kunt met gedragsproblemen of vragen over opvoeding altijd bij ons terecht. 
Onze dierenartsen en paraveterinairen kunnen u al veel gedragsadviezen geven. Indien nodig kunnen wij u doorverwijzen naar een gedragstherapeut. Een goed opgeleide gedragstherapeut kan een enorm verschil betekenen bij moeilijke gedragsproblemen. De situatie wordt door de therapeute beoordeeld en u krijgt tips om het probleem op te lossen.

Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. De juiste training en opvoeding kan bijdragen aan het voorkomen van gedragsproblemen. Wij werken samen met hondenvereniging Zeewolde, die een aantal leuke cursussen en sporten met de hond aanbieden.

Om de omgang van kinderen met honden zo veilig mogelijk te laten verlopen vindt u hieronder nog een aantal tips.

 

  1. Laat kinderen onder de 12 jaar nooit met honden alleen. 

  2. Laat een kind de hond nooit recht in de ogen kijken.

  3. Leer kinderen om eerst toestemming te vragen voor ze een hond aaien.

  4. Laat een kind de hond niet over zijn kop of rug aaien, maar op de borst, aan de zijkant van de hals of onder de kin.

  5. Leer kinderen om niet te rennen waar de hond bij is.

  6. Kinderen onder de 12 jaar mogen een hond geen commando’s geven.

  7. Laat kinderen geen trek- of stoeispelletjes met de hond doen.

  8. Voorkom dat een kind de hond plaagt of (al dan niet per ongeluk) pijn doet (bijvoorbeeld aan de haren, oren of staart trekken).

  9. Sta de hond niet toe tegen kinderen op te springen.

  10. Leer een hond om niet achter kinderen aan te rennen.

 

Extra omgangsregels voor kind en hond binnen het gezin
 
  1. De etensbak, waterbak, speeltjes en mand zijn alleen van de hond. Het kind mag hier niet aankomen en mag niet in de mand van de hond gaan zitten.
  2. Stoor nooit een etende of slapende hond.
  3. Laat de hond niet op de bank.
  4. Leer de hond dat hij niet mag bedelen als het kind iets te eten heeft.
  5. Zorg ervoor dat het kind bij het knuffelen niet op of onder de hond gaat liggen.
  6. Laat het kind niet op de grond liggend spelen als de hond erbij is.
  7. Straf het kind niet waar de hond bij is en andersom.
  8. Het kind mag de hond niet uitlaten (maar natuurlijk wel meelopen met een volwassene die de hond uitlaat).
  9. Pas op als uw kind wil stoeien met vriendjes. De hond kan denken dat het kind, zijn roedelgenoot, bedreigd wordt en het kind willen verdedigen.
  10. Leer het kind om de ouders erbij te roepen als de hond iets doet wat het kind niet leuk vindt.