Een besmetting met spoelwormen komt veel voor bij kippen, maar er ontstaan pas verschijnselen bij zware infecties. Het meest voorkomend is Ascaridia galli. De verschijnselen bestaan uit langzame vermagering en bleek worden. De diagnose is te stellen door middel van ontlastingsonderzoek. Spoelwormen zijn goed te behandelen. Naast ontwormen, moet ook de leefomgeving goed schoon gemaakt worden.

Draadwormen geven vaker een ernstiger ziektebeeld, ook met vermageren en bleekheid. Vooral bij jonge kippen kan een draadworm infectie ernstig verlopen. De belangrijkste soort is Capillaria obsignata. Menginfecties met andere wormen of coccidiën komen  veel voor en zorgen ervoor dat de verschijnselen ernstiger worden. De infectie is goed te behandelen door het toedienen van ontwormingsmiddelen.

De kleine spoelworm, Heterakis gallinarum, veroorzaakt een infectie in de blinde darmen  van de kip. Het verloop hiervan is meestal niet ernstig. De wormen zijn in de blinde darm zichtbaar bij sectie, de eieren in de mest zijn moeilijk te onderscheiden van de eieren van de grote spoelworm. De therapie is hetzelfde als bij de grote spoelworm.