Meer dan 50% van de Nederlandse paarden is geïnfecteerd met paardenhorzel larven. De aanwezigheid van de horzellarven kan niet met mestonderzoek worden aangetoond.

Levenscyclus:

De volwassen paardenhorzel is een bruine harige vlieg met slechts één paar vleugels van ongeveer 2cm groot. In de zomermaanden zien en horen we volwassen paardenhorzels, die sterk lijken op bijen, vaak rond paarden zoemen. Vrouwelijke vliegen leggen hun gele eitjes op de voorhand van het paard. Elke vlieg legt ongeveer 1000 eitjes. Het paard likt de eitjes op en vervolgens komen larven uit de eitjes in de mondholte waar ze het mondslijmvlies binnen dringen. Na een verblijf van enkele weken verplaatsen de larven zich naar de maag en haken zich daar vast aan de maagwand. Daar blijven ze gedurende de winter. In het late voorjaar maken de larven zich los van de maagwand en verlaten met de mest het lichaam. De larven kruipen vanuit de mest in de aarde en na een aantal vervellingen verschijnt de volwassen vlieg en begint de cyclus opnieuw.

 

Symptomen:

Een infectie met paardenhorzels is vaak symptoomloos. Heel soms kunnen paarden een lichte ontsteking van het mondslijmvlies vertonen kort na opname van een groot aantal eitjes. Bij een zeer zware besmetting, die vrijwel nooit voorkomt, kan de overgang van de slokdarm naar de maag gedeeltelijk geblokkeerd zijn en kan het dier moeilijk voedsel opnemen.

 

Diagnose:

De paardenhorzel is goed te zien bij paarden. Het zijn gele eitjes die voornamelijk op de voorhand van een paard te zien zijn. Eventueel zijn er ook larven in de mest te zien en/of via gastroscopie in de maag.

 

Behandeling:

Als een paardeneigenaar wil behandelen tegen horzellarven, omdat er bijvoorbeeld veel eitjes waren te zien op de vacht, adviseren wij om dit te doen na de eerste nachtvorst. Door de nachtvorst sterven de vrij levende horzellarfvliegen en is het risico op herinfectie na behandeling van het paard afwezig. Veelal is een specifieke behandeling meestal niet nodig voor horzellarven.