Maagzweren bij paarden is een duidelijk onderschat probleem. Recente studies hebben uitgewezen dat meer dan de helft van alle paarden een maagzweer heeft. De maag van een paard is gemaakt om continu eten te verwerken. Deze produceert dan ook continu maagzuur (zie ook stukje voeding). Dit geeft geen problemen zolang het paard grote gedeelten van de dag bezig is met eten en daarmee speeksel produceert. Het gemiddelde paard krijgt echter 3 keer per dag voer waarna het paard vaak ook lange tijd geen beschikking over voer heeft. In de uren dat het paard niet eet wordt er wel gewoon maagzuur doorgeproduceerd. Dit kan ertoe leiden dat er op een gegeven moment relatief te veel maagzuur in de maag is waardoor de maagwand kan beschadigen en een maagzweer gevormd kan worden.

 

Een maagzweer is niet altijd even eenvoudig vast te stellen. De meeste paarden met maagzweren vertonen geen duidelijke verschijnselen hiervan of hebben vage klachten. Mogelijke verschijnselen die erbij kunnen horen zijn: Sloomheid, koliekverschijnselen, minder presteren, vermageren, verminderde eetlust, opgetrokken buik, tandenknarsen en meer speekselen. De diagnose kan alleen volledig gesteld worden met behulp van endoscopie. Als endoscopie niet voorhanden is wordt bij sterke verdenking vaak een therapie tegen maagzweren ingezet. Als deze behandeling goed aanslaat, na een paar dagen, en de klachten verdwijnen of verminderen duidelijk, wordt de diagnose ook heel aannemelijk.

 

De uiteindelijke therapie voor maagzweren is wel lang en kan zo minimaal een maand duren. Paarden met een maagzweer kunnen onder andere behandeld worden met een maagzuurremmer. Stress (waaronder zware training en wedstrijden), voeding, management en het dierhouderijsysteem, kunnen geassocieerd worden met de ontwikkeling van maagzweren in paarden. Belangrijk is dan ook om de behandeling te combineren met aanpassingen van het dierhouderijsysteem en de training. Onbeperkt ruwvoer aanbieden is al een hele goede stap, zeker ook preventief.