Vaccineren is allang niet meer een kwestie van jaarlijks de cocktail herhalen. Vaccineren is maatwerk en wordt altijd toegepast op de situatie van uw hond.
We vaccineren honden in Nederland standaard tegen de ziekte van Weil, parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking. De ziekte van Weil ("kleine cocktail") moet bij de eerste keer twee keer in korte tijd gegeven worden. Dit noemen we de booster. Daarna wordt deze jaarlijks herhaald. Weil wordt veroorzaakt door een bacterie en de vaccinatie geeft maximaal 13 maanden bescherming.
De vaccinatie tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking geeft na toediening minimaal 3 jaar bescherming. Deze vaccinatie ("grote cocktail") herhalen we daarom eens in de 3 jaar. Het is echter mogelijk dat de bescherming langer aanhoudt. Wilt u niet onnodig vaccineren? Met behulp van de Vaccicheck® kunnen we bepalen of er nog voldoende antistoffen in het lichaam aanwezig zijn. Hervaccinatie is dan niet nodig, maar ook niet zinvol, want in aanwezigheid van antistoffen zal de vaccinatie niet aanslaan.
De vaccinatie tegen kennelhoest werkt na intranasale (via de neus) toediening 1 jaar. Er is een subcutane toediening mogelijk, die moet na de eerste injectie geboosterd worden na 2 weken en kan daarna jaarlijks herhaald worden. Deze vaccinatie adviseren wij alleen als daar aanleiding toe is. Bijvoorbeeld pension bezoek, bezoek aan een hondenshow of uitlaatservice.
Gaat u met uw hond of kat naar het buitenland? Dan is een vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht. De vaccinatie tegen rabiës werkt 3 jaar. Daarnaast is een chip verplicht en voor sommige landen zijn er aanvullende eisen, bv ontworming.
Bij pups vaccineren we standaard op 6, 9 en 12 weken. Op 6 weken vaccineren we tegen parvo en hondenziekte. Niet voor elke pup zal dit nodig zijn, omdat ze beschermende antistoffen van de moeder hebben. Die bescherming zakt echter weg en wanneer dat precies gebeurt weten we niet. De vaccinatie slaat echter pas goed aan als de bescherming van de moeder weg is. Standaard vaccineren we al op 6 weken om ervoor te zorgen dat de pups die dan al onbeschermd zijn geen risico lopen. Dankzij de Vaccicheck is het nu wel mogelijk om te meten of er nog beschermende antilichamen van de moeder zijn. Het is dus ook mogelijk om een pup op 6 weken te titeren en zo te bepalen of het al tijd is voor de vaccinatie. Deze bloedtest moet elke 2-3 weken herhaald worden tot de antilichamen van de moeder weg zijn.
Dan wordt de pup gevaccineerd. Om zeker te weten of de vaccinatie aan is geslagen kunnen we na 4 weken weer de Vaccicheck gebruiken om te meten of er beschermende antistoffen zijn aangemaakt.
Er bestaat tegenwoordig een vaccinatie tegen de Lyme bacterie. Wij adviseren deze vaccinatie niet. De reden hiervoor is dat het een vaccin is met relatief groot risico op bijwerkingen en het moet erg vaak herhaald worden. Ongeveer een derde van de teken in Nederland draagt deze bacterie. De teek moet minimaal 12 h vastgezeten hebben wil de bacterie overgedragen kunnen worden op de hond. Een goede tekenbescherming en controle op teken is dus voldoende om de ziekte van Lyme te voorkomen. Bovendien is het ook nog zo dat de meeste honden van de Lyme bacterie niet ziek zullen worden. Het precieze ontstaan van de ziekte is nog onbekend, maar waarschijnlijk is slechts een klein aantal honden gevoelig hiervoor.
Het risico van het vaccin vinden wij daarom niet opwegen tegen de voordelen ervan. Het vaccin voorkomt wel dat de bacterie het lichaam van de hond binnenkomt, mits er nooit eerder contact met de bacterie is geweest.